uit de wind, in de luwte
Waaierrijden: praktisch en magisch tegelijk
Waaierrijden is een van de mooiste onderdelen van het racefietsen in een groep. Daar ontdek je hoeveel sneller en makkelijker het gaat als je goed samenwerkt. Je wordt als groep wielrenners een organisme, een machine die veel meer kan dan de losse individuen. Als je de machine ook nog eens soepel kan laten draaien, voel je een apart soort magie.
Slim omgaan met de wind
Op een fiets heb je bijna altijd tegenwind. Als het niet door de echte wind is het wel door de rijwind die je zelf maakt als je vooruit gaat.
Iedereen kent het wel hoe zwaar dat in je eentje kan zijn. Als groep kan je slim omgaan met de wind. Door in een waaier te rijden. Je rijdt dan in de luwte en zelfs in het zog van elkaar.
Niet alleen de man of vrouw achter de rijder op kop heeft voordeel maar ook degene op kop heeft voordeel als er iemand achter hem rijdt.
Maar hoe ga je als groep racefietsers zo efficiënt mogelijk om met tegenwind. Daartoe rijden we in een waaier.
Uit de wind zitten
De voorste renner rijdt zo veel mogelijk aan de kant van de wind en de anderen rijden aan de andere, de luwe, kant uit de wind.
Bij weinig wind kunnen degenen die in het wiel rijden beter bepalen waar de wind vandaan komt dan de kopman of -vrouw zelf. Je zoekt de positie achter de voorman waarin je het makkelijkst rijdt.
Als de wind pal op de kop komt, pal tegen is, is het moeilijk die gunstige positie te vinden. Het afschermvlak is veel kleiner dan bij schuin tegen wind. Zoeken en voelen dus welke positie het gunstigst is. Het kan zijn dat voor nummer drie dat een beetje anders is dan voor nummer twee. En zo verder.
De kopman moet gecoacht worden.
Omdat de kopman minder makkelijk kan bepalen waar de wind precies vandaan komt dan degenen daarachter hoort hij van hen: tikkie links” of “tikkie rechts”.
Zie ook: signalen
Bochten: anticiperen op verandering van de windrichting
Op een lange rechte weg hoef je maar één keer te bepalen waar de wind vandaan komt en hoe je moet groeperen. Maar als het parkoers draait en keert is dat lastiger. Stel: de wind komt van rechtsvoor, de voorste rijder rijdt helemaal rechts van de weg. Er komt een haakse scherpe bocht naar rechts. Wat doet de voorste rijder? Die maakt de bocht naar rechts, maar minder scherp: hij of zij laat zich als het ware een beetje de bocht uitzeilen zodat hij na de bocht zo veel mogelijk links op de weg rijdt. Na de haakse bocht komt de wind immers niet meer van rechtsvoor maar van linksvoor. De rest kruipt in de luwte, nu aan de rechter kant van de kopman of -vrouw. Het is handig om al vóór de bocht te bepalen waar de wind na de bocht vandaan komt. Dan kun je als kopman gelijk aan de goede kant van de weg gaan rijden en ben je als groep niet een tijd bezig met zoeken en roepen.
Zie ook: Anticiperen en veranderingen langzaam doorvoeren
Tom Dumoulin legt het in de Tour van 2023 als volgt uit:
Communicatie
Bij waaierrijden, zeker op de top van je kunnen is communicatie en samenwerking cruciaal om steeds in de ideale positie ten opzichte van elkaar te zitten.
Zie ook: Waaierrijden en communicatie en samenwerking
Zie ook: Rijden in groepen/communicatie en samenwerking
We kennen verschillen vormen van waaier rijden. De enkele waaier, de dubbele waaier en de serie waaiers.