Dashboard: Snelheid, druk, inspanning

waaierrondjesNaast de technische kant (hoe rij je in elkaars wiel, hoe neem je over enzovoorts) kunnen we ook kijken naar de snelheid, de druk op de pedalen en de inspanning (ademhaling/hartslag/pijn in de benen). Als we inzoomen op één rijder in zijn rondje door de waaier, dan zien we deze drie variabelen die op een verschillende manier veranderen.

1. De snelheid in kilometers per uur varieert in de waaier: in de opgaande lijn rijdt onze rijdster bijvoorbeeld 40 km/uur. In de afvallende lijn: 38 km/uur

2. De druk op de pedalen kan je meten in watts.

3. De inspanning merk je bijvoorbeeld aan hartslag, ademdiepte en frequentie, lokale verzuring in bovenbenen. Je kunt dat meten met een hartslagmeter of meer op je lichaamsgevoel afgaan. Je kunt het ook in kleuren weergeven. Geel = matig, makkelijk vol te houden. Oranje = submaximaal, slechts een paar minuten vol te houden, bijvoorbeeld in een kopbeurt. Rood = maximaal, slechts een paar seconden vol te houden.

In een enkele waaier bijvoorbeeld zien de drie criteria er tijdens een hele rondgang van een renner er als volgt uit.

zones-in-de-waaier

 

Waarnemen en inschatten
De kunst is om deze gegevens steeds waar te nemen. Vanuit je doelstelling samenwerking of competitie weet je dan of je nog harder kunt of moet, langere of kortere beurten moet doen of eventueel een beurt moet overslaan.
In een ploegentijdrit bijvoorbeeld. Als je halverwege de opschuif naar voren al weer uitgerust bent doe je te weinig: langere beurten doen dus.
Als je in de tweede positie (vlak voordat je op kop gaat komen) nog steeds ‘rood’ bent, had je een beurt moeten overslaan of kortere beurten doen.