Wanneer welke bochtentechniek?

Bij het wielrennen zijn er verschillende manieren om een bocht te rijden.
Wanneer gebruik je nou welke bochtentechniek?

Achter je hoofd aan/paard en wagen
Als je heel langzaam rijdt en je moet keren, kan je dat niet met een schuine fiets doen. Je zou omvallen. Je draait dan met je fiets en lichaam rechtop, met stuur en ver naar achteren omgedraaid hoofd.

klassieke bochtKlassieke bochten
Klassieke bochten worden vaak gebruikt bij flauwe bochten in het parkoers, die ook steeds terug komen, zoals in een criterium. Op een gegeven moment weet je precies hoe hard je door de bocht kunt gaan en hoe schuin je daarbij moet hangen. En zelfs tot waar je kunt doortrappen en waar niet.

Skibochten
skibochtSkibochten gebruik je bij scherpere bochten. Ook als de bocht verder doorloopt dan je verwacht, gebruik je hem om extra druk te geven om de bocht te kunnen houden. Met name in een afdaling kan dat van pas komen:).
In parkoersen waar je bochten maar één keer tegenkomt en je ze dus niet goed kent kun je met de skibocht sneller correcties maken.

De Skibocht is wat dynamischer, de klassieke bocht wat statischer. Probeer eens te voelen hoe snel je met de verschillende technieken correcties kunt maken.
Als er nattigheid, grind of zand op de weg ligt is het veiliger om de bocht in drie delen te nemen. Op het goede wegdek knik je lekker in, op het stuk met mogelijk slipgevaar vouw je de V iets meer open, waardoor je er rechter, met minder gevaar, doorgaat en daarna knikt je nog eens scherp in.

In het filmpje van de afdaling naar Grindelwald, ronde van Zwitserland 2011, zie je zo’n correctie van Cunego

Knie
Met je knie kun je ook snel nog wat extra gewicht verplaatsen. Dus ook goed voor tussentijdse correcties. Je ziet het veel in rondes als de Tour de France, waar de bochten niet bekend zijn.

Het verschil tussen de klassieke bocht en de skibocht wordt verder uitgewerkt in: http://www.fiets.nl/forum/viewtopic.php?f=14&t=1757
Daar staan ook vergelijkingen met skiën, schaatsen en motorrijden.
Natuurlijk met de klassieker van Cancellara, met mooie muziek van Mozart.

 

Wringende bochten
Als je meer vanuit de schouders dan vanuit de heupen stuurt, dan blijft de fiets rechterop. De bocht wordt daardoor wijder en het is wringen om door de bocht te komen.

Roglic blijkt snelle afdalingen te rijden, maar erg soepel en met gemakkelijke controle gaat het niet. Meer met de heup werken, het zadel de bocht in drukken in plaats van de schouders maakt de bocht makkelijker.

 

Valpartijen en verschillende bochtentechniek
Het is lastig om te bepalen welke bochtentechniek wanneer beter werkt om een valpartij te voorkomen. Je zou het moeten testen, maar hoe dan? Je moet het dus doen met het analyseren van valpartijen uit de praktijk. Van bijna-valpartijen, veel groter in aantal, kan je ook erg veel leren. Als je maar niet alleen blijft bij: ‘Oef, dat ging maar net goed, wat een pech, net die auto enzovoorts”, maar ervan probeert te leren. De vraag is “Wat zou ik in een zelfde situatie anders en beter hebben kunnen doen?” En “Hoe maak ik me een dergelijke betere reactie eigen?”

Onder http://slimmerfietsen.nl/valpartijen/ staan een paar video’s van valpartijen uit prof wedstrijden met een analyse waarom het mogelijk fout ging of beter: of een bepaalde stuurtechniek minder kans op vallen zou kunnen hebben.

Zie ook het verschil tussen onbewust en bewust leren: Leren